Het vooroordeel komt me de neus uit
Mijn maand begon met boodschappen doen op Nieuwjaarsdag. Geen idee hoe dat in Nederland is, maar wij hebben geen caravan boulevard of meubel boulevard, hier is het gros van de winkels gewoon open, alleen de kleine ondernemers en de markten houden op nieuwjaarsdag de deuren dicht, maar verder is het zaken doen zoals normaal.
Lekker rustig was het na alle kerst-gekte, zowel op de weg als in de supermarkt. Maar ook maar 2 kassa’s open. Ik had de keuze, kassa 1 met een rij, kassa 11 zonder rij. Maar dat “zonder rij” had een reden. Want bij kassa 11 staat de Rare Snuiter. Een soort babbelbox zonder enige samenhang. Ik dacht: ik neem de gok, misschien houdt hij zijn waffel?
Ik had pech. Hij scande alles, en toen het op punten gebruiken van mijn klantenkaart en afrekenen kwam zei hij iets. Ik moet, na aftrek van mijn punten-korting, 714 peso afrekenen en geef hem twee briefjes van 500. En daar staat hij met mijn 1000 peso in zijn hand en zegt: ik moet werken, anders kan ik niet leven. En ik denk: huh?
Dus ik herhaal de vraag want ik twijfel of ik hem wel goed verstaan heb. Wat een rare opmerking! Je verwacht van alles maar niet dit, toch? Wilt u nog diensten betalen, Gelukkig nieuwjaar, hoe was uw kerst? Er zijn legio vragen die je in deze dagen en op dit moment bij een kassa kunt stellen en /of verwachten. Maar deze opmerking? WTF?
De Inpak Bejaarde zucht diep en gaat er op haar gemakje bijstaan en kijkt me meewarig aan. O god, haar lichaamstaal spreekt 1000 woorden die ik wel goed kan verstaan. Haar lichaamstaal zegt: daar gaan we weer!
Ik moet werken omdat ik anders niet kan leven, herhaalt hij zijn opmerking in nog slechter verstaanbaar Engels. Ow, okay, zeg ik quasi begripvol. En denk: Boeiend, wie niet? Ik ook, zeg ik geduldig, als ik niet werk kan ik ook niet leven.
En daar begon mijn nieuwe jaar, met de bek open over zijn volgende opmerking: Ik kan me niet voorstellen dat buitenlanders moeten werken.
Zo. Daar is hij weer. Het vooroordeel. En hij staat daar maar met mijn 1000 peso alsof hij hoopt dat ik zeg: goh, wat zielig, wil je het wisselgeld houden om je armetierige bestaan wat op te leuken, want ik ben rijk genoeg jochie………?
Maar ik zeg alleen maar: mag ik mijn wisselgeld?
Later denk ik: waarschijnlijk triggerde mijn zuinige gedrag van loyaliteit-punten inzetten voor korting zijn opmerking, zo van: rijke stinkerd met je zuinige gedrag. Maar ja, dat blijft koffiedik kijken. De Inpak Bejaarde kijkt me meewarig aan en doet iets met haar schouders wat klinkt als: elke dag de hele dag, van die stomme opmerkingen. Ik glimlach vaag. Ik wil niemand beledigen, terwijl ik me zelf tot op het bot beledigd voel.
Want wat is dat nu voor superstomme uitspraak? En het gesprek is nog niet af, want terwijl hij het wisselgeld telt zegt hij: echt, ik kan me niet voorstellen wat voor werk jij als buitenlander dan zou MOETEN doen. Let wel, ik typ ‘moeten’ in hoofdletters omdat dat woord de toon van de zin bepaald die ik er anders niet in kan leggen, hij bedoelde duidelijk: buitenlanders werken niet voor hun geld, die hebben gewoon geld.
Ik zucht, en ik denk: kom op J. Leer die jongen hoe het echte leven is buiten Instagram en Facebook. Dus ik zeg redelijk kortaf: ik ben schrijver en consultant. Dus ik werk.
Hij kijkt me aan, en houdt vol alsof ik sta te liegen: ik kan me er niets bij voorstellen dat buitenlanders werken. Ik zucht en antwoord nu overduidelijk kortaf: dat is niet mijn probleem, mag ik nu mijn wisselgeld?
De inpak-bejaarde zet mijn boodschappen in het karretje en ik geef haar de gebruikelijke 10 peso voor de moeite. Gracias, zegt ze, Feliz Año. Gracias a usted, antwoord ik terug, y Feliz Año,. Tegen het kassa joch zeg ik niets over een gelukkig nieuwjaar. Ik ben gelukkig voorbij hem, denk ik. En ik ga voortaan wel in de rij net als de rest van de klanten die hem dus blijkbaar mijden als de pest.
*Disclaimer: De mevrouw op de foto, op de markt in San Cristobal de las Casas heeft uiteraard niets met dit artikel te maken, ze is er slechts voor de balans, de gracieuze vriendelijkheid van de oudere bevolking, met name de vrouwen tegenover de vervelende snotjochies die bol staan van de vooroordelen.