Mijn rovershol in Merida
In een wereld waar je bij alles vraagtekens moet zetten, waar binnen de massa gemanipuleerd wordt door iets, iemand, de media de overheid wellicht, in een wereld die zo snel draait dat ik soms buiten adem raak. Ik die wereld zoek ik mijn plek.
Acht jaar reizen, acht jaar huizen vinden en weer verlaten, 8 jaar en ik weet het nog steeds niet. Omdat de narative van mijn leven steeds verandert. Omdat de wereld steeds verandert.
Ik woonde op het strand, schelpen zoekend, muziek op de earphones, het water van een kristal heldere zee om mijn enkels, wuivende palmen.
Ik woonde op het boerenland, hoog, uitkijkend over de velden
Ik woonde op een klif, nog hoger, uitzicht op zee, oog in oog staan met een adelaar die in de kloof op de wind zweefde terwijl de vissers uit het dorp vlakbij hun bankas op het strand tilden in de verre diepte.
Ik woonde nergens meer en reisde en reisde en reisde…….bleef steken in een zanderig dorp in de woestijn, en dacht: hier word ik oud. Dood landschap dat paste wel bij mijn stemming en mijn toekomstverwachting voor deze wereld die zo snel verandert. De stilte van de woestijn was een oase in deze drukke overvolle wereld. Tot de narratieve weer veranderde, ik veranderde en ik besloot dat ik de kunst van een bubbel maken voor mijzelf, mijzelf buitensluiten van de wereld en haar invloed goed genoeg beheerste om weer verder te trekken. Reizen en reizen, langs de oceaan en het strand, en opeens dacht ik: Dit heb ik ook wel gezien en ik trok de bergen over, via verre bosmeren vol gekleurde vissen en stille watervallen.
En nu de stad. Opgaan in de massa. In mijn mini huis bestaat de wereld niet meer, en is mijn wereld zover ik kan zien, de muren, en de lucht. Maar niets beneden, geen straat, geen bestaan, alleen ik binnen die muren.
Als ik niet zo zat was van deze gehypte wereld zou ik misschien kunnen cashen met een serie videos over wonen in een micro huis en over minimalisme wat ik beheers to the max. Het concept tot een verdienmodel maken. Maar dat ga ik niet doen, want ik wil niet cashen op iets wat gemodelleerd is door dat wat straks onze gelimiteerde toekomst wordt.
Ik wil zijn wie ik ben en niet verworden tot wie zij willen die ik ben, zodat ik beter voeg in het systeem. Ik wil niet passen in het system, ik wil op het randje staan en er naar kijken, er een mening over hebben en op tijd van dat randje afstappen terug mijn eigen bubbel in. Weg van alles, maar vooral weg van de wereld die zo gevormd wordt dat het bijna beangstigend is.
Als je van een afstand naar de wereld kijkt, zie je de narrative veel beter dan wanneer je midden in de chaos staat. En het was die narrative die ik zag ontstaan, die ervoor zorgde dat de mijne uiteindelijk vorm kreeg.
Ik woon straks in mijn rovershol, die behoefte groeide na de eindeloze strandwandelingen, de avonden met prachtige zonsondergangen op de klif, na de seizoenswisselingen in het boerenlandschap en de dorre nietsontziende woestijn.
Nu ben ik een soort hobbit, een holbewoner. Een kattenvrouwtje zonder katten.
En nog steeds een zwerfziel.